De Stichting van het Onderwijs vindt dat het kabinet meer moet doen om het lerarentekort, de hoge werkdruk in het onderwijs en kansenongelijkheid aan te pakken.
Voorzitter Paul Rosenmöller van de Stichting van het Onderwijs wijst erop dat het lerarentekort niet in het regeerakkoord wordt genoemd. Desondanks gaat hij ervan uit dat het nieuwe kabinet het hoog op de agenda heeft staan.
‘Binnen de stichting zien we de voorgestelde maatregelen voor de verbetering van de arbeidsvoorwaarden en het tegengaan van werkdruk in het primair onderwijs als eerste stap om de tekorten aan te pakken. We spreken met de nieuwe bewindslieden graag verder over aanvullend beleid’, aldus Rosenmöller.
Kabinet moet investeren, niet bezuinigen
Vicevoorzitter Liesbeth Verheggen van de Stichting van het Onderwijs benoemt de zogenoemde doelmatigheidskorting die het onderwijs boven het hoofd hangt. Dat is volgens haar een ander woord voor wat normaal gesproken een bezuiniging heet. ‘Dat rijmt niet met de ambities van het kabinet om te investeren in de kenniseconomie, de kwaliteit en de toegankelijkheid van ons onderwijs’, benadrukt zij.
De Stichting van het Onderwijs mist verder een duidelijke visie van het nieuwe kabinet op de aanpak van kansenongelijkheid in het onderwijs.