Bij de curriculumherziening van het primair en voortgezet onderwijs zal aandacht voor migratiegeschiedenis en het slavernijverleden onderdeel van de kerndoelen blijven. Dat staat in antwoorden van minister Jet Bussemaker van OCW op Kamervragen van Tunahan Kuzu van DENK.
Kuzu stelde de vragen over de curriculumherziening in het verlengde van vragen over de VOC-dag op de Bataviawerf in Lelystad. Een aantal mensen had bezwaar tegen dit evenement vanwege het omstreden verleden van de Vereenigde Oostindische Compagnie.
Het DENK-Kamerlid wilde van de minister weten of het onderwijs voldoende aandacht heeft voor ‘de wandaden van de VOC en het slavernijverleden’. Volgens Bussemaker is dat het geval: ‘Alle basis- en middelbare scholen moeten in hun onderwijs aandacht besteden aan de geschiedenis van de VOC, aan het slavernijverleden en de rol die Nederland daarbij speelde.’
Ze verwijst daarbij naar de onderwerpen VOC (1602-1799) en Slavernij – Mensenhandel en gedwongen arbeid in de Nieuwe Wereld (1637-1863) uit de Canon van Nederland.
Slavernijverleden zit al in kerndoelen
Op de vraag of Bussemaker bereid is ‘om in het traject van de curriculumherziening van het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs in te zetten op het vastleggen van migratiegeschiedenis en het slavernijverleden als kerndoelen in het onderwijs’, antwoordt zij dat dat niet nodig is.
‘Migratiegeschiedenis en slavernijverleden zijn op dit moment reeds onderdeel van het formele curriculum voor het primair en voortgezet onderwijs (…). Bij de curriculumherziening zal erop worden toegezien dat dit gewaarborgd blijft’, aldus Bussemaker.