Het kabinet wil het mogelijk maken dat scholen één opleiding aanbieden waarin mbo en vmbo in elkaar zijn geschoven. Daartoe bereiden minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker van OCW een wetsvoorstel voor.
De Tweede Kamer gaf eerder al aan de doorlopende leerroute vmbo-mbo te willen. Het idee is dat vmbo’ers alvast lessen volgen op mbo-niveau, zodat de overstap voor hen minder groot wordt en ze eerder het mbo-diploma kunnen behalen.
Bussemaker en Dekker willen in het wetsvoorstel de structurele verankering van een versterkte samenwerking tussen vmbo en mbo vastleggen, zo staat in een brief aan de Tweede Kamer over versterking van het vmbo. Er zal ruimte komen om af te wijken van inrichtingsvoorschriften. Zij benadrukken dat hun wetsvoorstel geen verplichtend model van samenwerking zal opleggen. ‘De vormgeving hangt af van wat er in de regio past’, aldus Bussemaker en Dekker.
De minister en staatssecretaris schrijven in hun brief aan de Tweede Kamer ook dat een belangrijke voorwaarde zal zijn ‘dat de kwaliteit van de leerroute en betrokken scholen en instellingen op orde zijn en de vertegenwoordiging van docenten en leerlingen of studenten het eens zijn met de inrichting van de doorlopende leerroutes’.
Aanvulling vmbo
De MBO Raad laat naar aanleiding van de brief van Bussemaker en Dekker weten dat het uitgangspunt blijft dat voor toelating tot het mbo een vmbo-diploma nodig is. ‘Alvast mbo-lessen volgen als je nog op het vmbo zit, kan een relatief kleine groep jongeren helpen’, aldus de raad. Voorzitter Ton Heerts van de MBO Raad spreekt in dit kader van ‘een aanvulling’.