VOS/ABB, de Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO) en het platform CBOO pleiten voor algemene acceptatieplicht in het primair en voortgezet onderwijs. In een brief aan de Tweede Kamer wordt de Regeling toelatingsrecht bijzonder onderwijs in herinnering geroepen, met het verzoek om deze regeling (eindelijk) in behandeling te nemen.
De regeling is in 2005 door toenmalig PvdA-Tweede Kamerlid Mariëtte Hamer ingediend. Na advisering door de Raad van State in 2006 en een aantal wijzigingsvoorstellen in datzelfde jaar bleef het vier jaar stil. In 2010 is de regeling wederom aan bod gekomen in de Tweede Kamer en ook in 2014, waarna de Onderwijsraad er een advies over heeft uitgebracht. Sindsdien is het wederom stil.
De strekking van de voorgestelde regeling – algemene acceptatieplicht in het primair en voortgezet onderwijs – is echter nog steeds buitengewoon actueel. In dit kader wordt er in de brief gewezen op het honderdjarig bestaan van artikel 23 van de Grondwet over de gelijke bekostiging van openbaar en bijzonder onderwijs. Dit grondwetsartikel laat het bijzonder onderwijs toe om leerlingen uit te sluiten als die op grond van godsdienstige uitgangspunten niet bij de school zouden passen.
‘Algemene acceptatieplicht in het funderend onderwijs is een belangrijke kwestie die gezien de maatschappelijke noodzaak van integratie niet meer op de lange baan mag worden geschoven’, zo staat in de brief van VOS/ABB, VOO en CBOO.
Gelijke kansen
Directeur Hans Teegelbeckers van VOS/ABB liet afgelopen december in een commentaar op deze website al weten dat het hoog tijd is dat in het gehele funderend onderwijs algemene toegankelijkheid moet worden ingevoerd om gelijke talenten daadwerkelijk gelijke kansen te geven.