Staatssecretaris Sander Dekker van OCW denkt niet dat het praktijkonderwijs te maken krijgt met een toeloop van leerlingen met gedragsproblemen. Hij reageert daarmee op een artikel in het AD waarin de directeur van een praktijkschool die angst uitspreekt.
PvdA-Kamerlid Loes Ypma had vragen gesteld aan Dekker naar aanleiding van het artikel in het AD. Daarin spreekt directeur André Dokman van het Futura College in Woerden zijn vrees uit dat het loslaten van de landelijke criteria van het praktijkonderwijs zal leiden tot de komst van onder anderen cluster 4-leerlingen.
Met zijn antwoorden probeert Dekker die angst te temperen. ‘Sinds de invoering van passend onderwijs wijzen de samenwerkingsverbanden leerlingen op een zorgvuldige en professionele wijze ondersteuning toe. Ik heb er vertrouwen in dat samenwerkingsverbanden dat ook voor het praktijkonderwijs kunnen doen’, aldus de staatssecretaris.
Maatwerk en praktijkonderwijs
Als de criteria voor het praktijkonderwijs zijn losgelaten, kunnen samenwerkingsverbanden die criteria laten aansluiten op de criteria voor andere vormen van ondersteuning in de regio. Zo kan er volgens Dekker in de regio worden bepaald op welke school een leerling het best op zijn plek is. ‘Hierdoor zullen samenwerkingsverbanden nog beter in staat zijn maatwerk te leveren’, zo schrijft hij.
Hij tekent daarbij aan dat bij de invoering van passend onderwijs ook vrees bestond voor een grote toeloop van leerlingen uit het (voortgezet) speciaal onderwijs naar het reguliere onderwijs. ‘Dit is niet gebeurd’, aldus Dekker.