Directeuren, coördinatoren en toewijzers zijn over het algemeen positief over de toewijzingsprocedures volgens passend onderwijs. Intern begeleiders (ib’ers) en zorgcoördinatoren zijn veel minder positief.
Dat blijkt uit het onderzoek Ingeslagen paden naar de wijze waarop de samenwerkingsverbanden passend onderwijs de toewijzing van onderwijsondersteuning georganiseerd hebben. De resultaten van dit onderzoek horen bij de Negende voortgangsrapportage passend onderwijs.
Flexibeler door passend onderwijs
De nieuwe procedures worden door directeuren, coördinatoren en toewijzers flexibeler gevonden dan vóór de invoering van passend onderwijs. Bovendien ervaren zij de procedures als minder bureaucratisch, minder ingewikkeld en minder gestuurd door een medisch model. Er is ook sprake van een positieve beoordeling als het gaat om transparantie, rechtsgelijkheid en deskundigheid.
Achteruitgang
Ib’ers en zorgcoördinatoren zijn veel minder positief, zo blijkt uit het onderzoek. Zij vinden weliswaar dat er sprake is van verbetering op de aspecten bureaucratie en medicalisering, maar wat betreft transparantie, deskundigheid en voldoende middelen spreken zij van een achteruitgang.
In de nieuwe situatie zien ib’ers en zorgcoördinatoren geen verschil met de situatie van vóór de invoering van passend onderwijs als het gaat om flexibiliteit en belemmeringen.