Vooral in het primair onderwijs blijken leraren te weinig tijd te hebben om met een Lerarenbeurs een opleiding te volgen. In het voortgezet wordt dat minder vaak als reden aangegeven waarom geen Lerarenbeurs wordt aangevraagd.
‘In 2015 is het aantal toekenningen gestegen ten opzichte van 2014 met circa 700. In totaal hebben 5700 leraren een Lerarenbeurs ontvangen. Ondanks de groei van het aantal toekenningen, is in het po het extra geld dat in 2015 aan de beurs is toegevoegd voor de masterambitie onvoldoende benut. Voor het vo geldt dit in geringere mate‘, schrijven minister Jet Bussemaker en staatssecretaris Sander Dekker van OCW aan de Tweede Kamer.
De belangrijkste door leraren genoemde belemmeringen zijn tijdgebrek, te weinig doorgroeiperspectief en te weinig aansluiting tussen vraag en aanbod.