Mensen die in het primair onderwijs werken worden vaker geconfronteerd met onacceptabel gedrag op sociale media dan werknemers in het voortgezet onderwijs. Dat blijkt uit een enquête van het expertisecentrum Veilige Publieke Taak en het gelijknamige programma van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Onacceptabel gedrag op sociale media, zoals Facebook en Twitter, betreft onder andere schelden, vloeken, beledigen, het met opzet verspreiden van leugens en bedreigen. Van degenen die aangeven dat ze hiermee worden geconfronteerd, geeft het merendeel aan daar niet persoonlijk door te zijn getroffen.
Opmerkelijk is dat mensen die in het primair onderwijs werken vaker aangeven dat ze met onacceptabel gedrag op sociale media worden geconfronteerd dan mensen die in het voortgezet onderwijs werken. Het blijkt dat in het funderend onderwijs maar een op de drie werkgevers regels kent over wat wel en niet mag.
Er zijn verschillende manieren waarop werknemers reageren op onacceptabel gedrag op sociale media. De meeste die erop reageren, melden het bij hun werkgever of gaan erover in gesprek met de afzender, maar het komt ook vaak voor dat het wordt genegeerd.