‘Als de kwaliteit hoog genoeg is, gaan wij ervan uit dat ouders volmondig ja zeggen tegen vier dagdelen op een goede voorschool en een goede aansluiting op de basisschool.’ Dat zegt voorzitter Henriëtte Maassen van den Brink van de Onderwijsraad in het katern De Verdieping van dagblad Trouw.
De woorden van Maassen van den Brink in Trouw volgen op het nieuws dat het kabinet voornemens is 60 miljoen euro uit te trekken om alle peuters twee dagdelen naar de kinderopvang te laten gaan, of de ouders nu werken of niet.
Het voornemen van het kabinet volgt op het advies Een goede start voor het jonge kind dat de Onderwijsraad in juli publiceerde. Daarin adviseert de raad ’te komen tot een coherent, kwalitatief hoogwaardig aanbod voor alle kinderen vanaf 2,5 jaar waarin spelen, vorming, voorkomen van leerachterstanden en opvang bijeen zijn gebracht’.
In Trouw zegt Maassen van den Brink dat het van de politiek, en dus van de kiezers en dan met name van de ouders, afhangt hoe de voorschool zich zal ontwikkelen. ‘Wat willen zij voor hun kleine? Een warme, veilige opvangplek met gezond eten en een lieve leidster. Of daarnaast ook een uitdagende omgeving met hoogopgeleide juffen waar kinderen zich kunnen ontwikkelen (…)?’
Volgens de voorzitter van de Onderwijsraad zullen ouders ‘volmondig ja zeggen tegen vier dagdelen op een goede voorschool en een goede aansluiting op de basisschool.’ Zij tekent daarbij aan dat de voorschool niet verplicht moet worden. ‘Keuzevrijheid is voor de Onderwijsraad en mijzelf als econoom een groot goed.’