Het indelen van leerlingen in verschillende onderwijsniveaus in het voortgezet onderwijs heeft een positief effect op de leerresultaten, mits de selectie plaatsvindt op basis van talent. Dit blijkt uit promotieonderzoek van econome Roxanne Korthals van de Universiteit van Maastricht.
Zij concludeert ook dat resultaten behaald op de basisschool bepalen op welke niveau een kind terechtkomt en niet bijvoorbeeld zijn of haar herkomst. Voorwaarde is dat een land meer dan drie onderwijsniveaus aanbiedt, zoals Nederland.
Het opleidingsniveau van de ouders is van invloed op ongelijkheid van de onderwijskansen, maar die invloed is minder direct als er wordt geselecteerd op basis van talent, zoals in Nederland.
‘In sommige staten in Duitsland bijvoorbeeld kunnen ouders ingaan tegen het advies van de basisschool’, vertelt Korthals. ‘Als de ouders willen dat het kind naar een hoger niveau gaat, dan gebeurt dat.’
Volgens de Maastrichtse onderzoekster hebben ouders in Nederland slechts indirecte invloed ‘door bijvoorbeeld hun kinderen voor te lezen, hen op tijd naar bed laten gaan en door te oefenen voor de Citotoets.’