De Inspectie van het Onderwijs is voorzichtig optimistisch over de financiële ontwikkelingen bij het openbaar onderwijs in Rotterdam. Dat blijkt uit een brief van staatssecretaris Sander Dekker van OCW aan de Tweede Kamer.
De brief, die maandag is gepubliceerd, volgt op een bericht in NRC Handelsblad van 9 maart, waarin staat dat de gemeente Rotterdam in feite het bestuurlijk verzelfstandigde Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (BOOR) financieel op de been houdt.
De krant meldt dat de gemeente Rotterdam 3,2 miljoen euro subsidie vervroegd moest uitbetalen, zodat er genoeg geld in kas was om salarissen en eindejaarsuitkeringen van docenten en overige medewerkers van de openbare scholen te kunnen betalen.
Het geld was volgens NRC Handelsblad afkomstig uit een gemeentelijke subsidiepot. De 3,2 miljoen was niet bedoeld voor de reguliere bedrijfsvoering van BOOR. In de brief van Dekker wordt dit bevestigd.
Positief resultaat
In zijn brief staat ook dat de inspectie bij BOOR over 2014 een positief resultaat van 3,5 miljoen euro verwacht. ‘Ook de meerjarenbegroting laat voor de komende jaren een positief financieel beeld zien.’ Dit is volgens de inspectie te danken aan nieuw beleid door het nieuwe dagelijkse en algemene bestuur van BOOR.
Tegelijkertijd blijft de situatie volgens Dekker kwetsbaar: ‘Het herstel van de financiële gezondheid en het opbouwen van nieuwe financiële reserves kost tijd.’
BOOR scoort volgens hem nog steeds slecht op de risico-indicatoren van de inspectie. ‘Naast het herstel van de liquiditeitspositie vragen ook andere zaken de aandacht van het bestuur van BOOR, zoals de ontwikkeling van het aantal leerlingen en de exploitatie van de onderwijshuisvesting’, aldus Dekker.
‘Er is samengevat sprake van een stijgende lijn, maar de financiële positie is nog te fragiel om het aangepaste financiële toezicht op te kunnen heffen. Daarom voert de inspectie regelmatig gesprekken met het bestuur, om zo de financiële positie van BOOR nauwlettend in de gaten te houden’, zo staat in de brief aan de Tweede Kamer.
Langer lesgeven voor hetzelfde geld?
NRC Handelsblad heeft maandag een nieuw artikel over de financiële positie van het openbaar onderwijs in Rotterdam gepubliceerd. Daarin staat dat leerkrachten meer les moeten gaan geven voor hetzelfde loon. Op die manier zou de begroting op orde moeten worden gebracht.
BOOR laat in een reactie weten dat het bericht in NRC niet volledig is. Het bestuur wijst erop dat de zogenoemde opslagfactor, die de verhouding les/voorbereiding weergeeft, bij BOOR met 1,74 hoger is dan bij andere schoolbesturen. Met andere woorden: docenten van BOOR hebben relatief veel voorbereidingstijd.
‘Op alle scholen wordt onderzocht wat de werkdruk is, wat het effect daar op is als de opslagfactor wordt verlaagd, hoe de werkgelegenheid zich ontwikkelt, of er voldoende middelen zijn om docenten te kunnen (bij)scholen, enzovoort’, zo schrijft het bestuur.
BOOR wijst erop dat deze aanpassingen in het taakbeleid van de docenten alleen kunnen worden doorgevoerd als het personeel het daarmee eens is. ‘BOOR heeft daarom de vakbonden gevraagd om op dit punt mee te denken. Er moet ook door de medezeggenschapsraad mee worden ingestemd en 2/3 van het personeel moet de plannen steunen.’
Volgens BOOR is er onder de medewerkers veel begrip voor deze maatregelen ‘om zo meer ruimte te krijgen in onze begroting’.