Alle basisschoolleerlingen moeten drie uur per week bewegingsonderwijs krijgen van een vakleerkracht. Met die oproep zit sportkoepel NOC*NSF een uur boven de norm van twee uur per week.
NOC*NSF liet met zorgverzekeraar Achmea onderzoeken wat de Nederlandse bevolking van bewegingsonderwijs vindt. Een meerderheid ziet het als een belangrijk vak, zoals taal en rekenen. Meer dan 75 procent vindt schoolsport onmisbaar.
Ruim 80 procent van de Nederlandse bevolking is ervan overtuigd dat kinderen door schoolsport discipline ontwikkelen en meer dan de helft is ervan overtuigd dat schoolsport kinderen meer doelgericht maakt bij het leren. Andere punten die worden genoemd zijn het ontwikkelen van een gezonde leefstijl.
Onbestaanbaar
In de Tweede Kamer klinkt de roep om de Inspectie van het Onderwijs strenger te laten controleren of scholen zich wel houden aan het minimumaantal uren bewegingsonderwijs.
VVD-Kamerlid Michiel van Veen noemt het in het Algemeen Dagblad ‘onbestaanbaar dat momenteel 400.000 leerlingen maximaal een uurtje gym per week krijgen’.
Bestuursakkoord
Staatssecretaris Sander Dekker van OCW voelt er niets voor om twee uur gymles per week op basisscholen wettelijk verplicht te stellen, waar de Tweede Kamer op aandringt. Volgens hem zijn er al harde afspraken gemaakt met de scholen dat zij wekelijks minimaal twee uur en het liefst drie uur per week hun leerlingen laten sporten.
Hij doelt daarmee op het Bestuursakkoord voor de sector primair onderwijs van de PO-Raad en het ministerie van OCW, waarin staat dat scholen zich committeren aan de doelen van de agenda Sport en Bewegen om vanaf 2017 minimaal twee uur en mogelijk drie uur per week bewegingsonderwijs aan te bieden.
In het akkoord staat ook dat die uren vanaf 2017 door een voor bewegingsonderwijs bevoegde leerkracht moeten worden gegeven.