Het maakt nogal wat uit of je het woordje ‘of’ of ‘hoe’ gebruikt. Dat blijkt uit een artikel in Trouw, waarin voorzitter Rinda den Besten van de PO-Raad wordt geciteerd. Door het woord ‘of’ te gebruiken suggereerde de krant ten onrechte dat zij aandacht voor het thema seksuele diversiteit in het onderwijs niet belangrijk zou vinden.
Het bewuste artikel in Trouw gaat over de invloed van de adviezen van de commissie-Dijsselbloem. Een van die adviezen uit 2008 was dat de politiek meer ruimte moest geven aan de scholen zelf. Dat is op zich natuurlijk een prima uitgangspunt.
De journaliste van Trouw wekte met de woordenwissel ten onrechte de suggestie dat scholen wat de voorzitter van de PO-Raad betreft zelf mogen beslissen of ze aandacht geven aan het thema seksuele diversiteit. Er stond volgens haar dat ‘de keuze of je voorlichting geeft over homoseksualiteit precies zo’n thema is dat je aan de leerkracht en de school zelf moet overlaten’. Dat had moeten zijn: ‘de keuze hoe je voorlichting geeft’.
De wet bepaalt dat scholen aandacht móeten hebben voor seksuele diversiteit. Dat is dus geen keuze. Sinds eind 2012 maakt seksuele diversiteit deel uit van de kerndoelen van het primair en voortgezet onderwijs.
In een reactie aan ons bevestigt Den Besten dat voorlichting over homo- en biseksualiteit en transgenders verplicht aan de orde moet komen op scholen. Het ‘hoe’ moet volgens haar aan de scholen worden overgelaten en niet door de politiek, het ministerie van OCW of de Inspectie van het Onderwijs worden bepaald. ‘Het Trouw-artikel heeft niet voorgelegen bij ons voor akkoord, anders had ik deze nuance er zeker in aangebracht’, aldus Den Besten.
Ze benadrukt dat in het plan van aanpak Sociale Veiligheid van de PO-Raad, dat voor 1 oktober naar de Tweede Kamer moet, voorlichting over seksuele diversiteit nadrukkelijk genoemd staat, omdat dit vaak een grond is voor pesten. Ik ben blij dat Den Besten hiermee de eventuele verwarring wegneemt die door de onzorgvuldige formulering van Trouw kan zijn ontstaan.
Laat ik afsluiten met de toelichting dat we in het openbaar onderwijs uitgaan van onze kernwaarden. Daartoe behoren algemene toegankelijkheid en algemene benoembaarheid. Aandacht voor diversiteit, ook seksuele, op basis van wederzijds respect hoort daarbij. De openbare scholen staan immers open voor iedereen, ongeacht levensovertuiging, godsdienst, politieke gezindheid, afkomst, geslacht of seksuele geaardheid.
Ritske van der Veen, directeur VOS/ABB