De Inspectie van het Onderwijs ziet niets in de rol die zij toebedeeld krijgt in het wetsvoorstel dat toezicht op informeel onderwijs moet regelen. Het gaat hierbij onder andere op toezicht op koranscholen.
Tot 7 januari staat de internetconsultatie open over het Wetsvoorstel toezicht informeel onderwijs. Dit voorstel is bedoeld om kinderen te beschermen tegen lessen op bijvoorbeeld koranscholen die hen kunnen aanzetten tot haat, discriminatie of geweld.
Staatssecretaris Mariëlle Paul van OCW: ‘Als er serieuze signalen zijn dat kinderen worden aangezet tot discriminatie of haat en daarmee worden opgezet tegen de Nederlandse samenleving, kunnen we hier op dit moment vrijwel niks tegen doen. Ik wil in dergelijke gevallen nader onderzoek kunnen doen en kunnen ingrijpen.’
Het voorstel is dat vermoedens van misstanden kunnen worden gemeld bij de inspectie. Dat kunnen signalen van burgers zijn of van specifieke overheidsinstanties, zoals de politie, het Openbaar Ministerie of de burgemeester.
Wezensvreemd
De inspectie laat in een reactie weten bezorgd te zijn over de rol die zij toebedeeld krijgt in het wetsvoorstel. Die rol is ‘wezensvreemd (…) aan de inspectie als toezichthouder in het onderwijs’.
Bovendien zou toezicht op informeel onderwijs de taak van de inspectie in het regulier onderwijs onder druk zetten. Een ander punt is dat toezicht op informeel onderwijs de inspectie rechtstatelijk in een kwetsbare positie zou kunnen brengen. Ook denkt de inspectie dat toezicht op informeel onderwijs niet uitvoerbaar is en dat ‘de trefkans’ gering is.
In 2022, toen Dennis Wiersma nog onderwijsminister was, lieten ambtenaren van OCW weten dat toezicht op informeel onderwijs onhaalbaar zou zijn, onder meer omdat het tegen de Grondwet zou indruisen. Wiersma weigerde toen nader onderzoek te doen, omdat hij al had besloten dat het wetsvoorstel er per se moest komen.