De vaste commissie voor OCW van de Tweede Kamer wil van het kabinet weten hoe de voorgenomen dunbevolktheidstoeslag zich verhoudt tot artikel 23 van de Grondwet over de vrijheid van onderwijs. Het gaat met name om de term ‘richting’ die het kabinet hanteert.
In het Regeerprogramma staat dat de kleinescholentoeslag in het primair onderwijs wordt omgezet in de dunbevolktheidstoeslag. Bij dat voornemen meldt het kabinet dat dit ten gunste komt van ‘regio’s waar de laatste school van een richting dreigt te verdwijnen’.
De laatste school van een richting slaat slechts op de laatste bijzondere school van een specifieke richting. Hiermee lijkt het kabinet dus uit te spreken dat het de bekostiging voor een deel wil herschikken ten behoeve van (het behoud van slechts) bijzonder onderwijs. Dit strookt niet met ons duale bestel van openbaar en bijzonder onderwijs en de daarbij behorende gelijke bekostiging. Artikel 23 gaat bovendien uit van de alomtegenwoordigheid van het openbaar onderwijs en biedt daarnaast ruimte voor het particuliere initiatief (en dus niet andersom!).
De vaste commissie voor OCW ziet dit punt ook en wil nu van het kabinet weten of ‘dit uitgangspunt in de bekostiging wordt herzien ten gunste van behoud van de (laatste) bijzondere school zodat die laatste school van richting kan worden behouden’.