In de Voorjaarsnota 2024 staat dat zich structureel een meevaller van € 568,5 miljoen voordoet op de leerlingen- en studentenraming (Referentieraming). Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) denkt dat er minder kinderen geboren zullen worden dan werd verwacht. Ook voorziet het CBS dat de immigratie minder hoog uitvalt.
Ondanks het feit dat het CBS verwacht dat de immigratie minder hoog uitvalt dan aanvankelijk werd voorzien, is in het primair onderwijs sprake van een structurele tegenvaller van € 83,6 miljoen op de nieuwkomersbekostiging. In het voortgezet onderwijs daarentegen is op dit punt een structureel meevaller van € 17,2 miljoen. Per saldo is dus sprake van een tegenvaller van € 66,4 miljoen.
In de nota staat ook dat er een meevaller is op de post School en omgeving. Het budget voor 2024 en 2025 is cumulatief met € 89,0 miljoen verlaagd, omdat een deel van de uitgaven voor de lopende subsidietranche onbedoeld al in 2023 is uitbetaald en daardoor vrijvalt in latere jaren. Er zijn ook meevallers bij de onderwijsregio’s (€ 14,5 miljoen) en de subsidieregeling hoogbegaafden (twee keer circa € 8,5 miljoen euro).
Nationaal Programma Onderwijs
Verder staat in de Voorjaarsnota dat door het aflopen van het Nationaal Programma Onderwijs ‘resterende middelen vrijvallen’. Het wordt uit de Voorjaarsnota en de bijbehorende beslisnota niet duidelijk om hoeveel geld het gaat, maar navraag bij de ministeries van Financiën en van OCW leert dat het om € 3 miljoen gaat. Dit resterende bedrag is teruggevloeid in de Staatskas.
In 2021 stortte het kabinet € 8,5 miljard euro in de NPO-pot, waarvan in totaal € 5,8 miljard bestemd was voor het primair en voortgezet onderwijs. Het NPO was bedoeld om corona-achterstanden te repareren.