De Tweede Kamer steunt een motie waarin de regering wordt opgeroepen afspraken te maken om meer mannen voor de klas te krijgen. De motie was ingediend door Don Ceder van de ChristenUnie.
Hij en mede-indieners van VVD, BBB, SGP, NSC en CDA willen dat er concrete afspraken worden gemaakt om ervoor te zorgen dat in het jaar 2035 drie op de tien leraren in het basisonderwijs man zijn. Er zou ook jaarlijks moeten worden gerapporteerd over het aandeel mannelijke leraren.
Met name het basisonderwijs is sterk gefeminiseerd en die trend zet zich alleen maar door. In 2022 was slechts 13% van de leraren in het basisonderwijs man. In de aangenomen motie staat dat van de 400 startende pabostudenten er na vijf jaar werkervaring nog maar 13 meester over zijn.
Meer Meesters?
De Kamer nam ook een motie van Claudia van Zanten van de BBB aan, die oproept te inventariseren in hoeverre de aanbevelingen uit het onderzoek Meer Meesters? zijn uitgevoerd. In dit onderzoek uit 2021, dat in opdracht van het ministerie van OCW werd uitgevoerd, staan aanbevelingen om de toestroom naar de pabo te bevorderen en om met name meer mannen te interesseren voor werk in het basisonderwijs en om hen voor het onderwijs vast te houden.
Een andere motie die de Kamer heeft aangenomen, is afkomstig van Daan de Kort van de VVD en heeft betrekking op het wetsvoorstel om een splitsing van lesbevoegdheden binnen de pabo mogelijk te maken: een voor het jongere kind en een voor het oudere kind. Het idee is dat de pabo interessanter wordt voor mannen als zij ervoor kunnen kiezen om zich alleen te richten op de lesbevoegdheid voor het oudere kind. De aangenomen motie roept de regering op om tempo te maken met het wetsvoorstel.