‘Bij veel beroepen is het volstrekt normaal om je te laten bijscholen, kijk naar farmaceuten of advocaten. Maar bij leraren is dat niet gangbaar.’ Dat zegt emeritus-hoogleraar Cor Aarnoutse van de Radboud Universiteit in Nijmegen in een interview met de Volkskrant over de teruglopende geletterdheid van leerlingen.
In de jaren tachtig stond de nu 84-jarige Aarnoutse aan de basis van begrijpend lezen in Nederland. De inzichten van zijn proefschrift uit 1982 werden gebruikt om het vak vorm te geven. Dat ging echter niet geheel naar zijn zin, vertelt hij aan de krant. Een cruciale conclusie uit zijn proefschrift – de doorslaggevende rol van kennis bij het lezen – is destijds vergeten bij het inrichten van begrijpend lezen. Met, zoals de krant het omschrijft, desastreuze gevolgen.
De emeritus hoogleraar heeft veel artikelen gepubliceerd over hoe het volgens hem beter kan, maar naar eigen zeggen krijgt hij daar maar zelden reacties op. ‘Soms van een vriend van de universiteit. Maar uit het veld, een schoolleider of docent – nooit. Ik stel me voor dat deze tijdschriften in stapels op het bureau van de schoolleider liggen. Vaak ongelezen’, aldus Aarnoutse.
Hij noemt dat frustrerend en zegt het niet te snappen. ‘Althans, ik begrijp best dat niet elke leraar zin heeft om ’s avonds bij te lezen in vakbladen. Maar als je de slechte resultaten bekijkt, is het eigenlijk triest. Bij veel beroepen is het volstrekt normaal om je te laten bijscholen, kijk naar farmaceuten of advocaten. Maar bij leraren is dat niet gangbaar.’