In het schooljaar 2022-2023 zijn bij de vertrouwensinspecteurs aanmerkelijk meer dossiers binnengekomen dan in de jaren daarvoor. Dat blijkt uit cijfers van de Inspectie van het Onderwijs.
Vorig schooljaar kwamen er 2.152 nieuwe dossiers binnen, terwijl dat er in het schooljaar daarvoor 1.743 waren in in het schooljaar dáárvoor 1.296. De inspectie ziet een toename in alle categorieën, met uitzondering van de categorie ‘radicalisering’.
De stijging kan volgens de inspectie verschillende oorzaken hebben. De bredere bekendheid van de vertrouwensinspecteurs kan een rol spelen, maar er kunnen ook meer zaken zijn gaan spelen. De vertrouwensinspectie rapporteert over de aantallen, maar doet geen onderzoek naar de achtergrond.
De meeste dossiers hebben betrekking op psychisch geweld, gevolgd door fysiek geweld en seksuele intimidatie:
- Psychisch geweld: 992
- Fysiek geweld: 560
- Seksuele intimidatie: 318
- Seksueel misbruik: 152
- Discriminatie: 116
- Overig: 8
- Radicalisering: 7
Voor het vierde jaar op rij valt het hoge aantal meldingen op waarbij leerlingen jonger dan 13 jaar betrokken zijn. Meer dan de helft van het totaal aantal dossiers is afkomstig uit het primair onderwijs. In het schooljaar 2021-2022 was dat nog ongeveer een derde van het totaal.
Andere punten die opvallen, is dat er met name in het voortgezet onderwijs ernstigere vormen van fysiek geweld worden gesignaleerd en dat er meer dossiers zijn die betrekking hebben op het (oneigenlijke) gebruik van sociale media. Ook waren er vorig jaar opvallend veel meldingen van intimidatie op de werkvloer.