‘Wat veel mensen willen is praktisch onuitvoerbaar, en er is ook geen wettelijke basis voor.’ Dat zegt Carolien Aalders, expert op het gebied van leerlingenvervoer, tegen Binnenlands Bestuur.
Aalders pleit al jarenlang voor minder gebruik van het taxibusje voor kinderen in het speciaal onderwijs. Die transitie is mondjesmaat in gang gezet, maar komt nu door grote personeelstekorten in een stroomversnelling.
Belangenorganisaties wijzen erop dat het steeds vaker voorkomt dat kinderen ’s ochtends voor niks staan te wachten op leerlingenvervoer. Ook zijn er steeds meer klachten van ouders over de lange reistijd van hun kinderen, over busjes die steeds voller zitten en over chauffeurs zonder de juiste kwalificaties.
Aalders wijst er in dit kader op dat wat veel mensen willen praktisch onuitvoerbaar is en dat daar ook geen wettelijke basis voor is. De gemeente Rhenen noemde het recentelijk nog een hardnekkig misverstand dat de gemeente verantwoordelijk zou zijn voor het vervoer naar school. Wettelijk gezien zijn gemeenten slechts verplicht om voor ouders die daar recht op hebben de vervoerskosten te vergoeden. De wettelijke regels gaan echter nadrukkelijk uit van zelfstandigheid. Het busje is slechts een ‘laatste redmiddel’.
‘Door de eisen die belangenorganisaties bij de ministers blijven neerleggen beginnen ouders steeds harder met hun vuist op tafel te slaan. Het kabinet geeft daar mijn inziens ook onvoldoende weerwoord’, zegt Aalders. ‘Hierdoor heerst er een onjuist beeld over het leerlingenvervoer, zijn ouders niet bekend met waar ze recht op hebben en worden gemeenten overvraagd.’