Het is essentieel dat onderwijs op kleinschalig georganiseerd wordt, zodat men met elkaar een gemeenschap kan vormen. Dat staat in het verkiezingsprogramma van De Groenen, die voor de Tweede Kamerverkiezingen een lijstverbinding zijn aangegaan met de Piratenpartij.
De Groenen vinden dat de overheid niet meer het initiatief mag nemen tot fusies in het primair en voortgezet onderwijs. De omgekeerde beweging is volgens deze partij wenselijk, namelijk het splitsen van te grote onderwijsinstellingen.
In het verkiezingsprogramma staat ook dat ouders zelf beslissen naar welke basisschool hun kind gaat. Basisscholen zouden kinderen die worden aangemeld in principe moeten toelaten. Daarmee schurken De Groenen, zonder dat ze dit expliciet benoemen, aan tegen algemene acceptatieplicht. Opmerkelijk is dat dit punt onder het kopje ‘Basisonderwijs’ valt. Het is niet duidelijk of dit ook betrekking heeft op het voortgezet onderwijs.
Verder benadrukken De Groenen dat het onderwijs voldoende financiële middelen moet krijgen. Minimaal 6% van het bruto binnenlands product moet naar onderwijs gaan, vinden De Groenen. Ze vinden dat alle ouderbijdragen moeten worden afgeschaft.
Een ander punt dat De Groenen noemen, is dat kinderen met een migratieachtergrond (die in het verkiezingsprogramma nog ‘allochtone kinderen’ worden genoemd) enkele uren per week onderwijs in hun moedertaal zouden moeten krijgen.