Minister Dennis Wiersma wil voor onderwijs aan nieuwkomers meer onbevoegde leraren inzetten, onder wie studenten. Ook moet het volgens hem mogelijk worden om nieuwkomers minder onderwijs te bieden, zowel kwantitatief als kwalitatief. Dat staat in een nader rapport over de voorgestelde spoedwet voor onderwijs aan nieuwkomers.
De minister erkent dat zijn spoedwet de structurele problemen in het onderwijs niet oplost. ‘Wat dit wetsvoorstel wel beoogt, is het borgen van het recht op onderwijs voor alle kinderen door de onderwijscapaciteit (…) zo groot mogelijk te maken’, aldus Wiersma.
Dat wil de minister realiseren door meer onbevoegde leraren voor klassen met leerplichtige nieuwkomers te zetten. Hij wil bijvoorbeeld studenten voor de klas, maar die zouden niet mogen worden ingezet voor de kernvakken (taal en rekenen). Ook vindt hij dat het onderwijs aan nieuwkomers voor een deel kan worden uitgekleed. Hij noemt dat ‘het curriculum tot de kern terugbrengen’.
Bovendien kiest hij voor ‘een dag- en weekindeling die het mogelijk maakt om aan meer kinderen onderwijs te geven’. Met andere woorden: leerplichtige nieuwkomers hoeven in tegenstelling tot andere kinderen wat hem betreft niet de hele week onderwijs te krijgen.