Voor kinderen en jongeren die verblijven op (crisis)noodopvanglocaties voldoet de toegang tot onderwijs nog steeds niet aan minimale kwaliteitsnormen. Dat meldt de Inspectie van het Onderwijs.

Een groot deel van deze kinderen krijgt geen onderwijs. Van een deel van de leerplichtige kinderen en jongeren is helemaal niet bekend of zij onderwijs krijgen. Doordat ze erg lang op noodopvanglocaties verblijven en vaak moeten verhuizen is de toegang tot onderwijs heel moeilijk. Ook worden schoolbesturen bij de start van een noodopvang in de regio vaak te laat betrokken. Dit alles schaadt niet alleen de ononderbroken ontwikkeling van kinderen en jongeren, maar vergroot ook hun (psychische) nood, aldus de onderwijsinspectie.

Deze bevindingen komen uit een onderzoek dat de Inspectie van het Onderwijs samen met drie andere inspecties (de Inspectie Justitie en Veiligheid, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Arbeidsinspectie) van november 2022 tot en met januari 2023 uitvoerde op 14 opvanglocaties.

Oproep

Vanwege de crisis in de asielopvang zijn de kwaliteitsstandaarden van de opvang tijdelijk losgelaten, meldt de onderwijsinspectie. Daardoor kan onder andere het recht op onderwijs niet worden gewaarborgd. De vier inspecties roepen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, Eric van der Burg, in een gezamenlijke brief op om de situatie van kinderen in (crisis)noodopvanglocaties zo snel mogelijk te laten voldoen aan nationale wetgeving en het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Ook vragen zij met het oog op rechtsgelijkheid om asielzoekerskinderen niet langer anders te behandelen dan ontheemde kinderen uit Oekraïne.

Deel dit bericht: