Het is onwenselijk om passende onderwijsvoorzieningen af te schalen als hier in de regio behoefte aan is en er geen goed alternatief voor komt. Dat meldt onderwijsminister Dennis Wiersma in antwoord op Kamervragen over de beweging naar inclusief onderwijs en de vrees dat daarmee voltijdsonderwijs voor hoogbegaafde leerlingen verdwijnt.
Het is volgens Wiersma aan samenwerkingsverbanden om een passend en dekkend aanbod te bieden. ‘Voor een grote groep (hoog)begaafde leerlingen is het goed mogelijk om binnen het reguliere onderwijs voldoende ontwikkelingsmogelijkheden te bieden met ruimte om aanvullend dingen in en buiten de klas te doen. Voor anderen is echter meer nodig, zoals het bieden van een voltijd hoogbegaafdheidsaanbod’, aldus de minister.
Het toewerken naar inclusief onderwijs hoeft dit niet in de weg te staan, stelt de minister. Het hoeft volgens hem dus niet te leiden tot het afschalen van passende onderwijsvoorzieningen voor (hoog)begaafde leerlingen. Wel vindt hij het een voorwaarde dat er altijd verbinding wordt gezocht met het reguliere onderwijs.
Het doel van inclusief onderwijs is dat alle kinderen dicht bij huis een school kunnen kiezen waar zij zich thuis voelen en zich naar eigen mogelijkheden kunnen ontwikkelen. Minister Wiersma maakte onlangs bekend dat het de ambitie is om in 2035 inclusief onderwijs in te voeren.