Als leraren minder uren les gaan geven, kan dat consequenties hebben voor de onderwijskwaliteit, het curriculum, kansengelijkheid en leerresultaten. Dat meldt onderwijsminister Dennis Wiersma in antwoord op Kamervragen.
PvdA-Tweede Kamerlid Habtamu de Hoop wilde van Wiersma weten wat die vindt van het pleidooi van de VO-raad en de Algemene Onderwijsbond (AOb) om de urennorm voor leraren te verlagen. De sectororganisatie en de bond willen met een lagere urennorm bereiken dat leraren meer tijd krijgen om hun lessen voor te bereiden en te professionaliseren. Op die manier zou de werkdruk omlaag kunnen en het werkplezier kunnen worden vergroot.
De minister antwoordt dat hij goed begrijpt wat de wensen van AOb en de VO-raad zijn. Hij zegt echter ook dat die wensen consequenties kunnen hebben voor bijvoorbeeld de onderwijskwaliteit, het curriculum, kansengelijkheid en
leerresultaten. ‘Als er per leraar minder lessen gegeven worden en het aantal leraren stijgt niet substantieel, kunnen er minder lessen gegeven worden’, aldus Wiersma.
De minister liet in november al weten dat hij niets ziet in een verlaging van de urennorm.