Schrijnende verhalen van kinderen die geen (passende) zorgbegeleiding op school kunnen krijgen, maken duidelijk waarom het zo belangrijk om toe te werken naar inclusief onderwijs. Dat benadrukt onderwijsminister Dennis Wiersma in antwoord op Kamervragen.
De vragen aan de minister waren afkomstig van Tweede Kamerlid Lisa Westerveld. Zij trok bij hem aan de bel naar aanleiding van het verhaal van het 8-jarige jongetje Lennox op Omroep Gelderland. Dit jongetje uit het Betuwedorp Heteren met het syndroom van Down doet het goed op de reguliere basisschool. Toch moet hij mogelijk naar het speciaal onderwijs, omdat de gemeente Overbetuwe en de school het niet eens kunnen worden over de vraag wie welk deel van zijn ondersteuning gaat betalen.
Zoeken naar oplossing
Wiersma meldt dat het ministerie van OCW contact heeft opgenomen met de moeder van Lennox. ‘Het is erg jammer en schrijnend dat het niet meer lijkt te lukken om afspraken te maken over wat nodig is om hem passende (zorg)begeleiding op school te bieden, waardoor hij mogelijk van de school af moet waar hij al langer zit en het naar zijn zin heeft. Daarom is nu een onderwijsconsulent ingeschakeld, zodat die samen met de ouder, school en
gemeente kan kijken naar de situatie en kan zoeken naar een oplossing’, aldus de minister.
Hij benadrukt dat het verhaal van Lennox niet op zichzelf staat. ‘Er zijn meer verhalen bekend waarbij het niet lukt om afspraken te maken over wat er nodig is om passende (zorg)begeleiding op school te bieden. Juist deze gevallen onderstrepen waarom het belangrijk is om toe te werken naar inclusief onderwijs. Zodat ieder kind mee kan doen, erbij hoort en dichtbij huis naar school kan, waar nodig met extra ondersteuning.’