In het primair onderwijs verdienden leraren in 2021 gemiddeld 72% van wat andere hoogopgeleiden gemiddeld verdienden. Dat is minder dan het gemiddelde van 86% in de landen die zijn aangesloten bij de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). Dat blijkt uit het OESO-rapport Education at a Glance 2022.
In absolute zin lagen de lerarensalarissen in Nederland in 2021 hoger dan het OESO-gemiddelde. Dat is niet zo vreemd, omdat bij de OESO ook landen als Mexico, Turkije en Costa Rica zijn aangesloten, waar de salarissen over het algemeen op een (veel) lager niveau liggen dan in Nederland.
De OESO keek echter ook naar de verschillen tussen de lerarensalarissen in het primair onderwijs en het gemiddelde salaris van andere hoogopgeleiden. Dan valt op dat in Nederland in 2021 leraren in het PO 72% verdienden van het gemiddelde salaris van andere hoogopgeleiden, terwijl het OESO-gemiddelde op 86% lag.
De onderwijsministers Robbert Dijkgraaf en Dennis Wiersma verwachten dat met het gelijktrekken van de salarissen in het primair en voortgezet onderwijs in 2022 de OESO volgend jaar zal aangeven dat er een kleiner verschil is tussen wat leraren in het PO en andere hoogopgeleiden in Nederland verdienen.