Onderwijsminister Dennis Wiersma heeft op de eerste dag van het nieuwe schooljaar het programma School en Omgeving gelanceerd. Dit programma richt zich op extra activiteiten en ondersteuning naast de reguliere lessen.
Wiersma: ‘Iedereen moet op school goed leren lezen, schrijven, rekenen en leren hoe we in Nederland met elkaar omgaan. Maar je ontwikkeling gaat over veel meer dan dat: een groot deel daarvan gebeurt buiten de school, in je omgeving daaromheen. Je ontdekt bijvoorbeeld dat je goed kunt programmeren als je met vrienden thuis aan computerprogramma’s sleutelt. Door in een team te sporten, leer je beter samen te werken.’
Elk kind optimale kansen
De minister benadrukt dat elk kind optimale kansen moet krijgen, en dat het daarbij niet mag uitmaken waar een kind woont, wat het inkomen is van zijn of haar ouders en in welke omstandigheden het opgroeit. ‘Daarom gaan we komende jaren aan de slag met het verrijken van de school en omgeving voor leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs, zodat uiteindelijk alle leerlingen eerlijke kansen krijgen’, aldus de minister.
Het is de bedoeling dat binnen het programma School en Omgeving scholen, gemeenten, kinderopvangorganisaties, sportclubs en andere lokale partijen met elkaar samenwerken om de kansen voor kinderen te optimaliseren. Het programma wordt in schooljaar 2022/2023 uitgerold in 130 gebieden waar dat het hardste nodig is. Met 45 regio’s hiervan die zo’n aanpak al hebben, wordt gekeken wat het beste werkt.