Als komend najaar blijkt dat te veel scholen geen CO2-meter plaatsen, zal onderwijsminister Dennis Wiersma overgaan tot een plicht. Dat meldt hij aan de Tweede Kamer.
Het geld voor de aanschaf van CO2-meters in klaslokalen wordt verstrekt via de lumpsum. Dit betekent dat er geen wettelijke bepaling is op basis waarvan de Inspectie van het Onderwijs of de instellingsaccountant van het schoolbestuur kan checken of met dit extra geld CO2-meters zijn aangeschaft.
Wiersma wil wel graag kunnen checken of schoolbesturen het geld voor CO2-meters daadwerkelijk besteden aan de aanschaf van deze apparaten. Daarom laat hij monitoren of er in lokalen CO2-meters aanwezig zijn, maar hij heeft nu dus geen wettelijke mogelijkheden in handen om de aanschaf van deze meters af te dwingen.
Als echter blijkt dat te veel scholen geen CO2-meters plaatsen, wil hij ze alsnog verplicht stellen. De minister laat onderzoeken hoe zo’n verplichting eruit kan komen te zien, meldt hij aan de Tweede Kamer.
Frisse lucht en minder infectiegevaar
Met CO2-meters is het mogelijk het gehalte aan kooldioxide in de lucht in klaslokalen in de gaten te houden. Als dat gehalte te hoog wordt, is het nodig om te ventileren. Bijvoorbeeld door een raam open te doen. De gedachte is dat met extra ventilatie in klaslokalen ook het risico wordt verkleind op een infectie met het coronavirus. In die zin slaan CO2-meters dus twee vliegen in één klap: frisse lucht om bij de les te blijven én minder infectiegevaar.