De Inspectie van het Onderwijs zal ook in het nieuwe schooljaar vooral stimulerend optreden in haar toezicht op de wettelijke opdracht om de resultaten op het gebied van burgerschap te monitoren. Dat meldt onderwijsminister Dennis Wiersma in antwoord op vragen uit de Tweede Kamer over De Staat van het Onderwijs 2022.
Het toezicht van de inspectie is vanaf 1 augustus 2021 gebaseerd op de herziene wettelijke burgerschapsopdracht. Zoals gebruikelijk houdt de inspectie het eerste jaar rekening met de tijd die scholen in redelijkheid nodig hebben voor implementatie (implementatie-coulance). Alleen als er sprake is van strijdigheid met de basiswaarden of als scholen niet of nauwelijks werken aan bevordering van burgerschap, treedt de inspectie handhavend op.
Wiersma meldt dat na 1 augustus 2022, dus in het nieuwe schooljaar, de inspectie vooralsnog vooral stimulerend zal optreden ten aanzien van de wettelijke opdracht aan scholen om de resultaten te monitoren, omdat veel besturen en scholen hier nog weinig ervaring mee hebben. Er zal dan volgens de inspectie wel worden gehandhaafd op de wettelijke eisen, omdat de implementatie-coulance voor het eerste jaar eindigt op 1 augustus 2022.
In De Staat van het Onderwijs meldt de inspectie dat de burgerschapscompetenties nog onder het niveau liggen dat we zouden mogen verwachten. Bovendien is er volgens de inspectie de afgelopen jaren op dit gebied geen sprake geweest van ontwikkeling.