De Raad van State (RvS) is tegen het idee om algemene acceptatieplicht op te nemen in artikel 23 van de Grondwet. Dat blijkt uit het advies van de RvS over een initiatiefwetsvoorstel van Tweede Kamerlid Habtamu de Hoop (PvdA).
Zijn initiatiefwetsvoorstel staat in het kader van gelijke kansen voor alle kinderen. Er staat onder andere in dat artikel 23 van de Grondwet over de vrijheid van onderwijs expliciet moet vermelden dat ieder kind recht heeft op onderwijs. Ook zou daarin moeten komen dat de wet regels stelt ter bevordering van kansengelijkheid.
Artikel 23 zou ook moeten gaan over de ontplooiing van de persoonlijkheid van leerlingen en over kennis van en respect voor de basiswaarden van de democratische rechtsstaat. Een ander belangrijk punt dat De Hoop voorstelt, is algemene acceptatieplicht. Al het door de overheid bekostigde onderwijs zou wat hem betreft algemeen toegankelijk moeten worden.
Waarom in Grondwet?
De RvS onderschrijft in zijn advies het belang van het opnemen van het recht op onderwijs in de Grondwet. Ook onderschrijft de raad de waarde van de doelstellingen op het gebied kansengelijkheid, ontplooiing van de persoonlijkheid en basiswaarden van de democratische rechtsstaat. Maar de RvS vraagt zich wel af waarom deze doelstellingen in de Grondwet zouden moeten.
De RvS is tegen het idee om acceptatieplicht op te nemen in artikel 23. Het initiatiefwetsvoorstel maakt volgens de raad niet duidelijk waarom en hoe acceptatieplicht doeltreffend kan zijn om kansengelijkheid te bevorderen. Daarnaast merkt de RvS op dat de proportionaliteit van de maatregel onvoldoende is onderbouwd ten opzichte van rechten en vrijheden van ouders en schoolbesturen.
Het advies van de RvS is al in februari uitgebracht, maar is nu pas gepubliceerd naar aanleiding van een concreet verzoek daartoe op grond van de Wet open overheid.