Nog niet alle gemeenten en aanbieders van voorschoolse educatie werken met pedagogisch beleidsmedewerkers. Mogelijk heeft dat te maken met de krapte op de arbeidsmarkt. Dit blijkt uit de derde meting binnen de monitor naar de implementatie van het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid.
Vanaf 1 januari van dit jaar zijn alle gemeenten verplicht om hbo-geschoolde pedagogisch beleidsmedewerkers in te zetten in de voorschoolse educatie (ve). De meting lijkt uit te wijzen dat veruit de meeste gemeenten dit doen, maar dat een handvol gemeenten daar niet op tijd in is geslaagd. Dat komt mogelijk door de krapte op de arbeidsmarkt van de kinderopvang. Met de vierde en tevens laatste meting van de monitor in het komende najaar zal duidelijk worden of de invoering van de pedagogisch beleidsmedewerker in de ve overal in Nederland is gelukt.
Doelgroeppeuters
Voor elke doelgroeppeuter moet minimaal 10 uur per jaar een pedagogisch beleidsmedewerker worden ingezet. Als er in een jaar bijvoorbeeld 6 doelgroeppeuters zijn, dan moet de ve-aanbieder ervoor zorgen dat er dat jaar een pedagogisch beleidsmedewerker beschikbaar is voor minimaal 60 uur. Deze uren kunnen bijvoorbeeld worden ingezet voor gesprekken met de gemeente en/of scholen of voor coaching en/of bijscholing van medewerkers.
De kosten van de verplichte inzet van de pedagogisch beleidsmedewerkers in de ve moeten door de gemeenten worden meegenomen in de subsidie aan aanbieders van voorschoolse educatie.