Het wetsvoorstel tot uitbreiding van het bestuurlijk handhavingsinstrumentarium is na een kritisch advies van de Raad van State op een aantal punten aangepast. Dat meldt onderwijsminister Dennis Wiersma aan de Tweede Kamer.
De Raad van State (RvS) adviseerde onder andere een betere motivatie waarom het bestuurlijk handhavingsinstrumentarium zou moeten worden uitgebreid. Daarom zijn het nut en de noodzaak van het voorstel verduidelijkt, meldt Wiersma. Dat is gedaan met extra casuïstiek, onder meer over het examendebacle bij VMBO Maastricht in 2018. De RvS had ook geadviseerd om een wetenschappelijke evaluatie van het wetsvoorstel uit te laten voeren, maar dat advies volgt Wiersma niet op.
Hij volgt evenmin het advies op om af te zien van de toevoeging van de burgerschapsopdracht en sociale veiligheid aan de definitie van wanbeheer. Wel zijn definities aangescherpt: alleen structurele overtredingen van de zorgplicht/burgerschapsopdracht die ernstige schade aan leerlingen of ernstige aantastingen van de basiswaarden tot gevolg (dreigen te) hebben, kunnen aanleiding zijn voor een aanwijzing.
Het wetsvoorstel regelt dat bij wanbeheer ten aanzien van burgerschap en veiligheid de bekostiging kan worden beëindigd. Er is nu in opgenomen, dat deze bevoegdheid alleen kan worden toegepast nadat er eerst een aanwijzing is gegeven en die aanwijzing niet of niet volledig is opgevolgd en er opnieuw wanbeheer wordt geconstateerd.
De planning is om het aangepaste wetsvoorstel begin september in te dienen bij de Tweede Kamer.