Ondanks de verruiming van de quarantainemaatregelen in het onderwijs, zat in de schoolweek van 31 januari tot en met 4 februari ongeveer een kwart van de leerlingen en leraren vanwege corona thuis. Dat blijkt uit een peiling van vakbond AVS onder in totaal duizend schooldirecteuren in het basis- en voortgezet onderwijs.
Op 60% van de scholen werden één of meer klassen naar huis gestuurd. Gemiddeld ging het volgens de AVS om twee klassen per school. Van alle scholen moest 1% helemaal dicht. De belangrijkste reden om klassen naar huis te sturen was de afwezigheid van leraren. Van de schooldirecteuren kon 90% geen vervanging vinden.
Uit de peiling blijkt ook dat het nu op slechts 29% van de scholen lukt om invulling te geven aan het Nationaal Programma Onderwijs (NPO). Dat heeft ook te maken met de personeelstekorten.
Actieplan ‘echt te weinig’
In het verlengde van de peiling meldt de AVS dat het actieplan om de ventilatie in schoolgebouwen te verbeteren ‘echt te weinig’ is. Het actieplan komt van het ministerie van OCW, de sectorraden PO-Raad en VO-raad en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Het bestaat uit een informatielijn die scholen kunnen bellen als ze vragen hebben over ventilatie, een nieuwe website en een spoeddienst die scholen zou kunnen helpen.
Ook is afgesproken dat alle klaslokalen moeten worden uitgerust met CO2-meters. Daarmee kunnen leraren de luchtkwaliteit in de gaten houden. Als die niet meer op orde is, kunnen ze het raam openzetten. Het idee is dat goede ventilatie het risico van besmetting met het coronavirus beperkt.