Vroeger dan gebruikelijk heeft het ministerie van OCW de bekostigingsregelingen gepubliceerd. In augustus volgt naar verwachting de regeling die betrekking heeft op het Nationaal Programma Onderwijs (NPO).
Definitieve regeling bekostiging personeel PO 2020-2021
De bedragen zijn definitief vastgesteld met een verschil van +3,156% ten opzichte van de bedragen in de definitieve regeling bekostiging 2019-2020. Dit is meer dan alleen de indexatie (ook wel loonbijstelling genoemd).
Daar zit namelijk in totaal in:
– Ramingsbijstelling in 2020
– Bijdrage transitievergoedingen
– Loonbijstelling 2020
– Loonbijstelling 2021
– Individuele scholingsrechten
De grootste aanpassing als gevolg van de vorige cijfers van de Tweede regeling bekostiging 2020-2021 is de toevoeging van de loonbijstelling 2021. Deze loonbijstelling geldt voor het kalenderjaar 2021 en heeft dus deels invloed op de bedragen voor het schooljaar 2020-2021, te weten de eerste 7 maanden van 2021 (op basis van het betaalritme van DUO betreffen die 7 maanden 65,45%).
De indexatie heeft de bedragen (gemiddelde personeelslast en de bedragen voor personeel en arbeidsmarkt) met circa 1,52% verhoogd.
De werkdrukmiddelen zijn door deze indexatie dus ook opgehoogd, want die zijn onderdeel van de bedragen personeel en arbeidsmarkt. De bedragen per leerling wat betreft de werkdrukmiddelen komen definitief voor schooljaar 2020-2021 uit op:
– Basisonderwijs: € 254,49
– Speciaal basisonderwijs: € 381,74
– (Voortgezet) speciaal onderwijs: € 508,89
Tweede regeling bekostiging personeel PO 2021-2022
Ten opzichte van de Eerste regeling bekostiging voor dit schooljaar zijn de bedragen opgehoogd met de indexatie vanuit de referentiesystematiek. Dit is voor de laatste 5 maanden van 2021 die in het schooljaar 2021-2022 vallen. Vanuit het betaalritme betekent dit dat 34,55% van de indexatie wordt gebruikt voor ophoging van de bedragen.
Als percentage is in de regeling een ophoging genoemd van 0,727%. De indexatie is zelfs iets hoger, maar is gematigd doordat het bedrag van de individuele scholingsrechten geen onderdeel meer is van de bekostiging vanaf schooljaar 2021-2022.
Als gevolg van het convenant werkdruk was eerder tijdelijk € 21,2 miljoen toegevoegd aan de lumpsum om de afspraken van scholingsrechten toe te kennen. Dit betekende € 600 per fte per jaar aan individuele scholingsrechten, in plaats van € 500. Dit laatste bedrag geldt vanaf schooljaar 2021-2022 weer (zie artikel 9.3 van de verlengde CAO PO).
De bedragen van de werkdrukmiddelen komen door de indexatie op:
– Basisonderwijs: € 258,67
– Speciaal basisonderwijs: € 388,01
– (Voortgezet) speciaal onderwijs: € 517,34
De werkdrukmiddelen zullen ook na het schooljaar 2021-2022 gedifferentieerd naar schoolsoort blijven. Dat stond eerder nog ter discussie.