Het slavernijverleden en de doorwerking daarvan moeten vast onderdeel worden van het curriculum in alle onderwijsniveaus en vooral ook in de pedagogische opleidingen. Dat vindt het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden, dat op Ketikoti het rapport Ketenen van het verleden heeft gepresenteerd.
In dit rapport staat dat ondanks onderzoek naar het slavernijverleden, het verschijnen van diverse publicaties en gedichten hierover, opvoeringen van toneelstukken en dansvoorstellingen en het feit dat het slavernijverleden deel uitmaakt van de nationale canon en een plek heeft in de kerndoelen en eindtermen van het primaire en voortgezet onderwijs, er nog veel onwetendheid is over dit stuk geschiedenis van ons land.
Daarom is het volgens het adviescollege nodig om het slavernijverleden als vast onderdeel op te nemen in het curriculum in alle onderwijsniveaus en vooral ook in de pedagogische opleidingen.
Aandacht voor slavernijverleden nodig
Vorig jaar op Ketikoti (de dag waarop wordt herdacht dat Nederland in 1863 slavernij bij wet verbood) benadrukte onderwijsminister Ingrid van Engelshoven dat het onderwijs aandacht moet hebben voor het slavernijverleden.
In haar toespraak bij de herdenking in Amsterdam refereerde zij toen aan George Floyd, de zwarte Amerikaan die door politiegeweld om het leven kwam. Diens dood bracht over de hele wereld de protesten van de Black Lives Matter-beweging op gang.
De protesten lieten volgens Van Engelshoven zien dat ‘we bar weinig willen weten’ van het slavernijverleden of die periode zelfs de rug toekeren. Het onderwijs heeft de taak om hier verandering in te brengen, zei de minister vorig jaar.