Demissionair onderwijsminister Ingrid van Engelshoven licht toe wat er wordt bedoeld met de begrippen ‘bestuursoverdracht’ en ‘institutionele fusie’. Haar toelichting staat in het kader van het wetsvoorstel Bestuurlijke harmonisatie beroepsonderwijs.
Tweede Kamerlid Roelof Bisschop van de SGP had de minister om een toelichting gevraagd naar aanleiding van de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel. In de memorie staat dat een bestuursoverdracht hetzelfde is als een bestuurlijke fusie.
In haar antwoord stelt Van Engelshoven dat er twee onderwijsrechtelijke fusies zijn, namelijk de bestuursoverdracht (die gelijkstaat aan de bestuurlijke fusie) en de institutionele fusie.
- Een bestuursoverdracht (bestuurlijke fusie) houdt in dat het ene bevoegd gezag het bestuur over een onderwijsinstelling (en dus alle rechten en plichten die daarmee samenhangen) overdraagt aan het andere bevoegd gezag. Er blijven dus twee (of meerdere) aparte onderwijsinstellingen bestaan.
- Een institutionele fusie houdt in dat twee onderwijsinstellingen worden samengevoegd tot één onderwijsinstelling. Met deze fusievorm verdwijnt er dus een onderwijsinstelling. Vereiste is dat de onderwijsinstellingen ook onder hetzelfde bevoegd gezag vallen. Alleen scholen of instellingen van dezelfde onderwijssoort kunnen institutioneel met elkaar fuseren.
De minister benadrukt verder dat het vormen van een verticale scholengemeenschap geen fusie is. Er blijft dan sprake van een losse mbo-instelling en één of meer losse scholen voor voortgezet onderwijs. Wel moeten de mbo-instelling en vo-scho(o)l(en) onder hetzelfde bevoegd gezag vallen om een verticale scholengemeenschap te kunnen vormen.