‘Baken helder af wat in het onderwijs moet, wat mag en wat niet mag als het gaat om de vrijheid van onderwijs. En neem daarbij de democratische rechtsstaat als normatief kader.’ Dit benadrukt de Onderwijsraad, die een advies over artikel 23 van de Grondwet heeft uitgebracht.
In het advies Grenzen stellen, ruimte laten staat dat alle scholen zich aan het kader van de democratische rechtsstaat moeten houden, daar een bijdrage aan moeten leveren en de democratische rechtsstaat niet mogen ondermijnen. Er staat ook in het advies dat de overheid duidelijke grenzen moet aangeven en die scherper moet handhaven. Die begrenzing is nodig, benadrukt de Onderwijsraad, voor de toekomstbestendigheid van artikel 23.
Gemeenschappelijke kern, burgerschap
De raad stelt verder dat bij discussies en controverses over de vrijheid van onderwijs lange tijd eenzijdig aandacht is geweest voor de ruimte voor de eigen visie en identiteit van de school. Dat moet veranderen, zo luidt het advies, omdat het eerst en vooral moet gaan over de ‘verplichte gemeenschappelijke kern’ van het onderwijs, waar democratisch burgerschap een belangrijk onderdeel van is. ‘Het verhaal over de eigen overtuiging en visie van de school is (…) nadrukkelijk iets wat een school kan toevoegen aan deze verplichte gemeenschappelijke kern. En niet andersom’, zo benadrukt de raad.
In het advies staat ook dat de overheid er scherper op moet toezien dat scholen zich houden aan wetgeving en dat de overheid beter moet handhaven, bijvoorbeeld als scholen discrimineren of antidemocratisch gedachtegoed overdragen. De raad adviseert hierbij vaker buiten de onderwijswetgeving te kijken en beter gebruik te maken van de gelijkebehandelingswetgeving, het rechtspersonenrecht, het strafrecht en het civiele aansprakelijkheidsrecht.