‘Modernisering van artikel 23 van de Grondwet over de vrijheid van onderwijs gaat een eindeloos gedoe opleveren, vooral leuk voor onderwijsjuristen.’ Dat zegt Jeroen Dijsselbloem (PvdA) in een interview met Trouw.
De krant sprak naar aanleiding van zijn boek De onderwijsfamilie met de sociaaldemocraat die voorzitter was van de Tweede Kamercommissie die in 2007 en 2008 onderzoek deed naar onderwijsvernieuwingen. Dit boek gaat over vernieuwingen waar zijn familieleden die in het onderwijs werkten mee te maken kregen, zoals de Mammoetwet, de basisschool, de basisvorming, het vmbo en passend onderwijs.
Groot onderhoud
In het interview met Trouw benadrukt hij dat het onderwijs toe is aan ‘groot onderhoud’. Hij spreekt onder andere zijn teleurstelling uit over het mislukken van het lerarenregister. Dat was bedoeld om de kwaliteit van leraren te verbeteren en het aanzien van de beroepsgroep te vergroten, maar volgens Dijsselbloem verzandde het in een strijd tussen bestuurders. Hij noemt dat een ‘gemiste kans’.
Hij signaleert dat hetzelfde gebeurt met de plannen om het curriculum te vernieuwen. ‘Het is heel breed aangepakt, maar daardoor helaas ook vastgelopen’, aldus Dijsselbloem. Hij zegt een daadkrachtig ministerie van OCW te missen.
Artikel 23
Over het idee om artikel 23 over de vrijheid van onderwijs te moderniseren is hij ronduit negatief. ‘Begin daar nou niet aan. Artikel 23 is een heel lastig artikel omdat niemand precies weet wat er staat.’ Als het grondwetsartikel wordt gemoderniseerd, gaat dat alleen maar ‘eindeloos gedoe’ opleveren, dat volgens Dijsselbloem vooral ‘leuk’ is voor onderwijsjuristen.