School is voor een op de vier kinderen en jongeren stressoorzaak nummer 1. Dat blijkt uit het onderzoek in opdracht van UNICEF Nederland onder leerlingen in de leeftijd van 10 tot 18 jaar.
In het rapport Geluk onder Druk? staat dat drie op de vier jongeren in Nederland goed in hun vel zitten. ‘Ze hebben veerkracht om weer op te krabbelen als het tegenzit, voelen zich prettig door steun van familie en vrienden en zijn en doen leuke dingen in hun vrije tijd. En als ze stress of spanning ervaren is dat voornamelijk door school en huiswerk. Ook de omgang met leeftijdgenoten is iets waar jongeren soms lastig mee om kunnen gaan’, zo meldt UNICEF Nederland.
Stress door school is de afgelopen jaren sterk toegenomen, zo blijkt uit het onderwijs. Eén op de vier jongeren heeft het vaakst stress door school. ‘En schooldruk is niet alleen vervelend, maar dit onderzoek laat ook zien dat hoe meer druk ze ervaren, hoe minder tevreden ze zijn in hun leven. Eén op de drie scholieren kampt met druk om te voldoen aan verwachtingen van zichzelf of van anderen. Ook zegt één op de tien jongeren onvoldoende vrije tijd te hebben.’
Social media
Uit het onderzoek komt ook naar voren dat slechts 2% van de jongeren in Nederland aangeeft stress te ervaren door social media. ‘Met name volwassenen denken vaak dat jongeren vooral stress hebben van social media, maar uit ons onderzoek blijkt het tegendeel: schoolwerk is de grootste stressfactor. Daarom is het zo belangrijk dat we jongeren zelf om hun mening vragen,’ aldus directeur Suzanne Laszlo van UNICEF Nederland.
In het rapport staan aanbevelingen van kinderen en jongeren zelf. Zij willen onder andere dat scholen ervoor zorgen dat de stress die het onderwijs met zich meebrengt omlaag gaat. Ook dringen ze aan op een veilige school- en thuissituatie. Een ander advies van hen is dat kinderen en jongeren meer inspraak moeten krijgen en dat volwassenen meer inzicht moeten krijgen in de leefwereld van de huidige generatie kinderen en jongeren.
Het onderzoek is in opdracht van UNICEF Nederland uitgevoerd door het Trimbos-Instituut samen met Universiteit Utrecht en Stichting Alexander.