De kwaliteitsverschillen tussen scholen veroorzaken een steeds grotere kansenongelijkheid tussen kinderen. Daardoor lopen individuen, de economie en de samenleving heel wat potentieel mis, stelt voorzitter Edith Hooge van de Onderwijsraad in een opiniestuk in het Financieele Dagblad.
Het onderwijs in Nederland kan volgens haar de ‘belofte van grote gelijkmaker’ steeds minder waarmaken. Hooge signaleert dat de verschillen in schoolsucces tussen Nederlandse kinderen en jongeren niet alleen te maken hebben met hun afkomst, maar vooral ook met de school waar zij naartoe gaan. In dit kader verwijst zij naar de aanwezigheid van ‘voldoende ervaren leraren, die de kennis, kunde én overtuiging hebben om alle leerlingen ‘op te tillen”. Ook noemt ze de cruciale rol die schoolleiders hebben.
Hooge wijst erop dat het tekort aan leraren en schoolleiders zich ongelijk verdeelt. ‘Juist de scholen waar goed onderwijs er het meest toe doet om te compenseren wat leerlingen van huis uit onvoldoende meekrijgen, worden het hardst geraakt: daar zijn de meeste vacatures en is het moeilijk bevoegde en ervaren leraren te behouden. Dan ligt kwaliteitsverlies op de loer.’
De coronacrisis verscherpt volgens de de voorzitter van de Onderwijsraad de al bestaande kwaliteitsverschillen binnen het onderwijs. ‘Op de scholen waar de onderwijscondities goed op orde zijn, is de kans groter dat de kwaliteit wordt vastgehouden bij afstandsonderwijs en het schakelen met fysiek onderwijs, terwijl kwalitatief zwakkere scholen daar minder goed in kunnen slagen.’
Meer investeren, beter verantwoorden
Het is volgens haar noodzakelijk dat er wordt geïnvesteerd in voldoende goed opgeleide leraren en schoolleiders. Dat is volgens haar vooral belangrijk voor scholen waar zij het hardst nodig zijn. Hooge benadrukt wat dit betreft dat het onderwijs er niet voor moet terugdeinzen om verschillen te maken, ‘want ongelijke condities vragen om ongelijke maatregelen en investeringen’.
Ze verbindt in haar opiniestuk ook een zwaardere onderwijsinhoudelijke verantwoordingsplicht aan de professionele autonomie die scholen hebben. Het moet duidelijk zijn, vindt zij, ‘in hoeverre de gekozen onderwijsaanpak stoelt op vakkennis en wetenschappelijke inzichten’.