Veel leerlingen uit gezinnen met weinig geld gaan sinds de herstart van het basisonderwijs nog niet naar school, omdat hun ouders bang zijn voor coronabesmettingen. Zo dreigen kwetsbare kinderen een nog grotere onderwijsachterstand op te lopen. Dat meldt de Volkskrant, die zich onder andere baseert op wat het Jeugdeducatiefonds signaleert.
In de krant staat dat directeur Hans Spekman van het Jeugdeducatiefonds het verontrustend vindt dat met name leerlingen uit arme gezinnen nog niet naar school gaan uit angst voor het coronavirus. ‘We horen van tientallen schoolleiders uit onze achterban dat zo’n 20 à 30 % van de kinderen niet naar school komt’, zo citeert de Volkskrant hem.
Spekman vertelt dat vooral ouders met een migratieachtergrond het idee hebben dat hun kind wordt gebruikt als proefkonijn. ‘Ouders van Marokkaanse en Turkse afkomst die nieuws uit het land van herkomst volgen, zien dat in deze landen strengere coronamaatregelen gelden. Dat voedt de angst.’
In de krant komt ook schoolleider Karry Pomo van de katholieke basisschool De Zeven Gaven in de Utrechtse wijk Kanaleneiland aan het woord. Op deze school ontbrak op de eerste dag van de herstart een kwart van de leerlingen. ‘Een groot deel van de ouders belde zelf op om de kinderen af te melden, de rest hebben wij gebeld. Alle ouders gaven aan dat ze bezorgd zijn om besmet te raken, of iemand anders te besmetten’, aldus Pomo.