Onderwijsminister Arie Slob moet beter controleren of het geld voor verlaging van de werkdruk in het basisonderwijs goed wordt besteed. Dat benadrukt de Algemene Rekenkamer.
‘Om te bepalen of beleidsdoelen gehaald zijn, is het nodig dat de minister voldoende informatie verzamelt over de behaalde maatschappelijke resultaten’. Dat meldt de Algemene Rekenkamer in het kader van het verantwoordingsonderzoek 2018.
‘Dat dit lastig kan zijn, zien we (…) terug bij de extra middelen voor het verlagen van de werkdruk in het primair onderwijs. Wij vinden het opmerkelijk dat de minister (…) in 2019 al een deel van de tweede tranche wil uitbetalen zonder dat bekend is of de inzet van de middelen daadwerkelijk tot een lagere werkdruk heeft geleid.’
Het is volgens de Algemene Rekenkamer nodig ‘dat de minister alsnog voldoende informatie verzamelt’ om te kunnen bepalen of de inzet van het geld echt heeft geleid tot een lagere werkdruk. Dit moet het risico verkleinen, zo stelt de Algemene Rekenkamer, dat het geld wordt besteed aan dingen waar het niet voor bedoeld is.