Het bijzonder onderwijs is algemeen toegankelijk. Althans, dat beweerde fractieleider Gert-Jan Segers van de ChristenUnie in EenVandaag. Wettelijk gezien is wat hij zegt niet waar, en dat weet hij natuurlijk zelf ook wel. Wat hij ook weet, is dat nog steeds een deel van de christelijke scholen leerlingen weigert. Het is dus nodig om algemene acceptatieplicht in de wet vast te leggen!
Het is een bekend geluid van de christelijke politiek: scholen op religieuze grondslag staan open voor alle kinderen, net als openbare scholen. Dat gaat inderdaad op voor een groot deel van de christelijke scholen, mits de ouders van de kinderen die zich aanmelden de religieuze grondslag eerbiedigen. Maar is er dan helemaal geen vuiltje aan de lucht? Helaas wel. Een klein deel van de christelijke scholen weigert nog steeds leerlingen als die niet actief het christelijke geloof belijden.
Nu zeggen politici van christelijke partijen vaak dat het niet nodig is om algemene acceptatieplicht in de wet vast te leggen, omdat alle scholen al openstaan voor alle kinderen. Dat woordje ‘alle’ klopt dus niet. Daarom klopt ook hun standpunt niet dat algemene acceptatieplicht onnodig zou zijn. Als bijna niemand discrimineert, hebben we dan geen wetten nodig die discriminatie tegengaan?
In 2010 hadden we de mogelijkheid om algemene acceptatieplicht wettelijk te regelen. Toenmalig PvdA-Tweede Kamerlid Loes Ypma (die later voorzitter werd van de christelijke profielorganisatie Verus) haalde een wetsvoorstel daartoe uit 2005 uit de kast, maar als gevolg politieke druk van het CDA op de VVD haalde dat het toen (weer) niet.
De christelijke politici waren en zijn dus nog steeds bang voor algemene acceptatieplicht. Maar waarom? Kom eindelijk eens in beweging, CDA, ChristenUnie en SGP! Blijf niet vastgeroest zitten in de gedateerde verzuiling, toen iedere richting nog zijn eigen hokjesschool had. Dat stadium zijn we allang gepasseerd? Of niet?