De financiële waarborgen voor godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs (g/hvo) in de openbare scholen zijn gelijkwaardig aan die van de bekostigde scholen. Dat benadrukt onderwijsminister Arie Slob in antwoord op Kamervragen.
De uitspraak van Slob volgt op vragen van de ChristenUnie over de structurele subsidie voor g/hvo. Die vragen volgden op verwarring over de begrip ‘bekostiging’ en ‘subsidie’.
De minister herhaalt dat er geen sprake zal zijn van bekostiging, maar van een structurele subsidie van onbepaalde duur, die ‘een adequate hoogte heeft’. Bij de berekening wordt volgens hem gebruikgemaakt van ‘een vergelijkbare maatstaf (…) als bij de berekening van de bekostiging van scholen in het primair onderwijs’.
Dit betekent volgens Slob dat de structurele subsidie van g/hvo ’toereikend’ zal zijn.