Het ministerie van OCW heeft geen invloed op de hoogte van de salarissen van schoolleiders. Dat benadrukt onderwijsminister Arie Slob.
De minister reageert op een brief van Stichting Openbaar Basisonderwijs West-Brabant en openbare basisschool De Singel in Roosendaal over de ‘geldelijke compensatie’ van schoolleiders. De brief stond mede in het teken van het grote lerarentekort.
Slob is het ermee eens dat het werk van schoolleiders van groot belang is voor de kwaliteit van onderwijs. ‘Ik ben me dan ook zeer bewust van het belang van uw werk maar ook van het feit dat u onder complexe omstandigheden uw werk uitvoert. Een probleem als het lerarentekort heeft dan ook dagelijks mijn aandacht.’
Wat betreft de salarissen van schoolleiders, benadrukt hij dat het ministerie van OCW daar niet over gaat. ‘De hoogte van het salaris is onderdeel van de cao-afspraken tussen werkgevers en werknemers. Het ministerie neemt daar geen deel aan’, aldus Slob.
Alleen maar aandacht voor leraren
Onder veel schoolleiders in het primair onderwijs bestaat onvrede over het feit dat zij vorig jaar geen forse salarisverhoging hebben gekregen, in tegenstelling tot hun leraren.
Voorman Jan van de Ven van PO in Actie zei toen dat er bewust alleen maar aan de leraren is gedacht. Dat dit de verhoudingen scheef zou trekken, werd volgens Van de Ven beseft tijdens de cao-onderhandelingen, waar ook de schoolleidersvakbonden AVS en CNV Schoolleiders aan meededen. ‘Wij zeiden: dat is dan maar zo. We hebben echt alle middelen nodig om mensen naar het vak te trekken’, zo citeerde NRC hem.
Na de cao-onderhandelingen, die dus voor schoolleiders niet goed uitpakten, zei voorzitter Petra van Haren van de AVS dat het niet zo kan zijn dat er leraren zijn die meer verdienen dan hun directeuren, maar toen was het al te laat.