Gelijke kansen, samen leren en goed onderwijs voor elk kind. Dat zijn mooie principes die passen bij de 21e eeuw. Dan moeten we niet met een nieuwe wet de oude hokjesgeest uit de verzuiling tot leven wekken.
De Tweede Kamer praat over het wetsvoorstel Meer ruimte voor nieuwe scholen. Toenmalig staatssecretaris Sander Dekker van OCW diende het in 2016 in. Hij zette het neer als een moderne interpretatie van artikel 23 van de Grondwet over de vrijheid van onderwijs. De huidige onderwijsminister Arie Slob brengt het nu als ‘meer vrijheid van onderwijs’.
Meer vrijheid, dat klinkt op zich natuurlijk positief. In werkelijkheid zal het wetsvoorstel echter de 20e-eeuwse verzuiling tot leven wekken, waarin veel mensen in hun eigen zuil gevangen zaten en niet zo vrij waren als nu. De kern van het wetsvoorstel is dat straks in principe iedereen een eigen school kan inrichten met eigen toelatingseisen.
Dus niet meer naast de openbare scholen, die nadrukkelijk van en voor iedereen zijn, alleen scholen met bijvoorbeeld een protestants-christelijke, rooms-katholieke of islamitische grondslag, maar ook scholen van splintergroeperingen. Zeg maar: ‘hokjesscholen’.
Voorzitter Jan Westert van het Landelijk Verband van Gereformeerd Schoolonderwijs kwam al met het idee om met de nieuwe wet in de hand aparte jongens- en meisjesscholen op te richten. Kunnen we straks ook aparte scholen verwachten voor mensen die het Spaghettimonster adoreren? Of wellicht meer realistisch: scholen voor kinderen van wie de ouders de Westerse democratische samenleving afwijzen?
Als het wetsvoorstel wordt aangenomen, behoort dat in de nabije toekomst helaas tot de mogelijkheden. Dat moeten we echt niet willen. In een gezonde samenleving krijgen alle kinderen gelijke kansen door op school op basis van gelijkwaardigheid en wederzijds respect met en van elkaar te leren. Niet apart, maar samen!
Hans Teegelbeckers, directeur VOS/ABB