Scholen zijn heel goed in staat om van de lunch tijdens de middagpauze een gezonde en gezellige activiteit te maken, eventueel met behulp van ouders of andere ondersteuners. Dat benadrukt onderwijsminister Arie Slob in reactie op Kamervragen van Eppo Bruins (ChristenUnie) na een uitzending van het Jeugdjournaal over leerlingen die maar een kwartier de tijd hebben om hun boterhammen op te eten.
Klachten over de korte tijd waarin de leerlingen hun brood moeten opeten, komen vooral van leerlingen van basisscholen die met het continurooster werken. Alle leerlingen blijven dan over. De middagpauze is op scholen met een continurooster onderdeel van de schooldag. Die eindigt vroeger dan op scholen met een langere middagpauze.
Minister Slob zegt dat ‘ook op scholen waar met een continurooster wordt gewerkt scholen en ouders zich realiseren dat de indeling van de onderwijstijd consequenties heeft voor het leren en het welbevinden van de kinderen, en dat zij dus met elkaar het gesprek voeren over een passende lengte van de middagpauze’.
Hij wijst erop dat het in de wet zo is geregeld dat bij de overgang naar een andere indeling van de schooldag alle ouders hierover worden geraadpleegd. ‘De schooltijden kunnen pas worden ingevoerd, nadat de ouders in de medezeggenschapsraad hebben ingestemd en alle ouders hierover zijn geïnformeerd in de schoolgids’, aldus Slob.