Minister Ingrid van Engelshoven van OCW complimenteert mede namens onderwijsminister Arie Slob de leerlingen van groep 8 van de openbare Anninksschool in Hengelo voor de positieve manier waarop zij met het thema seksuele diversiteit bezig zijn.
De complimenten volgen op kritische vragen van Tweede Kamerlid Kirsten van den Hul van de PvdA. Zij stelde die vragen naar aanleiding van een artikel in de Twentse krant Tubantia. Deze krant meldde dat de directeur van de school het geen goed idee vond om twee jongens in de eindmusical van groep 8 een stelletje te laten spelen. Dat zou bezwaarlijk kunnen zijn voor een meisje van ouders die tot de Jehovah’s Getuigen behoren.
‘Ik weet hoe mensen van dit geloof hierover denken. Je mag wel homo zijn, maar je mag het niet praktiseren. Ik achtte dus de kans zeer groot dat het bewuste meisje niet meer mee zou mogen doen met de musical, als we dit er in zouden laten. En mijn uitgangspunt is dat álle kinderen bij dit afscheid van school moeten zijn’, zo citeerde Tubantia de directeur van de Anninksschool.
Van den Hul plaatste de keuze van de directeur in een homofoob kader. Van de minister wilde ze onder andere horen dat ook kinderen van Jehovah’s Getuigen moeten worden voorbereid ‘op de Nederlandse samenleving waarin wèl mensen voorkomen die homoseksualiteit praktiseren en dat ook hun goed recht is’.
Respect en diversiteit
De minister benadrukt in haar antwoorden dat alle leerlingen op school les moeten krijgen over het respectvol omgaan met diversiteit, waaronder ook seksuele en genderdiversiteit. ‘Daarnaast is de school verantwoordelijk voor een sociaal veilig en inclusief klimaat, voor alle leerlingen, ongeacht seksuele oriëntatie, genderidentiteit, genderexpressie en ongeacht geloof’, aldus Van Engelshoven.
Op de vraag van Van den Hul wat de minister in deze zaak gaat ondernemen, antwoordt Van Engelshoven dat het hier gaat om ‘een debat dat in de school moet worden gevoerd’. Uit contact met de schooldirecteur blijkt volgens haar dat dit debat volop en op een positieve manier wordt gevoerd.
Om dit te illustreren, wijst de minister erop dat zowel de leerlingen van de musicalklas als de directeur in roze shirts naar school zijn gekomen, dat er gesprekken zijn geweest met ouders en dat de school met homobelangenorganisatie COC in gesprek is over het ontwikkelen van een protocol voor dit soort situaties.
Van Engelshoven spreekt nadrukkelijk haar complimenten uit voor de wijze waarop de leerlingen van groep 8 van de Anninksschool met het thema ‘seksuele diversiteit’ omgaan.