De kwaliteit van de extra ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben is op veel scholen onvoldoende. Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs.

De inspectie deed onderzoek op 200 scholen in het primair onderwijs, 80 in het (voortgezet) speciaal onderwijs en 111 afdelingen in het voortgezet onderwijs en van praktijkscholen. Uit het onderzoek blijkt dat zowel op schoolniveau als op leerlingniveau de kwaliteit van de extra ondersteuning tekortkomingen kent.

De inspectie keek op leerlingniveau naar de opgestelde ontwikkelingsperspectieven (OPP’s) en noemt het zorgelijk dat in het basisonderwijs en vmbo de helft van deze OPP’s niet voldoet aan de wettelijke vereisten. Bij havo/vwo voldeed 73 procent. In het (voortgezet) speciaal onderwijs zijn de OPP’s beter op orde: in het pro voldeed 91 procent en in het sbo 82 procent.

Op schoolniveau ontbreekt volgens de inspectie vaak systematisch zicht op de kwaliteit en effectiviteit van de extra ondersteuning. Ook is die onvoldoende ingebed in de kwaliteitszorgcyclus van scholen.

Doelen

Het is belangrijk om duidelijke doelen te stellen voor de extra ondersteuning, aldus de inspectie. Vaak zijn de gestelde doelen niet of in beperkte mate concreet en meetbaar. Andere punten van aandacht zijn het objectief evalueren of de doelen van de extra ondersteuning worden behaald en het vastleggen daarvan in het OPP en eventueel het handelingsdeel.

Lees meer…

Deel dit bericht: